under the rose

29 maart 2006

Oven

Hand in hand liepen we richting auto. Het waaide flink, en hoe diep ik ook mijn kin begroef tussen dikke lagen sjaal, mijn wangen begonnen op slag te tintelen. Mijn stem klonk nogal gedempt toen ik hem vroeg: "En, jongen? Wat vond je ervan?"

Hij keek me zijdelings aan. "Tja, het zag er wel goed uit, eigenlijk."
Ik grijnsde opgelucht. "Dat vind ik ook. Mooi afgewerkt, ruim... Twee slaapkamers, een ligbad, apart toilet..."
"Inderdaad, niet slecht allemaal", beaamde hij. "En niet te duur!"
"Zo is het", knikte ik vrolijk.

(De goede verstaander heeft wel al door waar deze conversatie om draait: jongen C. en ik gaan binnenkort verhuizen. Dat is een beslissing die een hoop leuke vooruitzichten met zich meebrengt, maar ook een flinke portie gespannen verwachtingen. En die beginnen al bij de zoektocht naar een appartement. Ons verlanglijstje van "attributen" is namelijk vrij uitgebreid, en we weten al op voorhand dat we compromissen zullen moeten sluiten om binnen ons budget te blijven. De vraag is alleen, wélke compromissen.

Gisteravond zijn we ons allereerste appartementje gaan bezichtigen. En, zoals jullie wel kunnen merken, waren we allebei aangenaam verrast.)

"Er is zelfs een garage!" vervolgde ik enthousiast mijn lofzang. (Ik heb namelijk een grondige hekel aan autowassen, en een auto die binnen slaapt wordt veel minder snel vuil, niet?)
Jongen C. zuchtte. "Ja, meisje, maar... Heb je al eens aan de oven gedacht? Er was er geen, he."

O jee. Dat was ik helemaal vergeten. Een oven. Dat was de absolute nummer één op ons noodzakelijke-attributenlijstje, en hetgeen waar ik al het hele voorbije jaar om lopen zeuren heb. Waar we nu wonen hebben we geen oven, en na de zoveelste keer moussaka uit de microgolf wordt het verlangen om eens lasagne klaar te maken, of gegratineerde aardappeltjes, of cake, wel héél erg groot.

Dus heb ik nu een beslissing te nemen. Laat ik mijn liefde voor de kookkunst overwegen op de rest? Of kan ik het toch nog een tijdje redden zonder de oven waar ik zo naar heb verlangd?

Dit verhaal krijgt ongetwijfeld nog een staartje.
Ik hou u op de hoogte.

Denken aan...

Het is woensdag, en dus weer tijd voor een vleugje Tweewoonst.
Deze week spreidt Annelies een gedicht ten toon dat haar heel dierbaar is. Huub zorgde voor de bijbehorende foto. Een combinatie om stil van te worden.

22 maart 2006

Winterweg

Wie had dat ooit gedacht: het is lente, en de zon schijnt! Twee feiten die zich in België slechts heel zelden tegelijkertijd voordoen... En dan is er nog een éxtra reden om vrolijk te zijn: op Tweewoonst prijken vanaf vandaag, en nog tot volgende week dinsdag, een gedicht (van Buitel) en een foto (van Jos) die alle lentemoeheid voorgoed de deur uit zullen vegen. Ga snel kijken!

Duimresultaten

Aan alle duimers en duimeresjes van gisteren: jullie mogen je duimen weer veilig opbergen, hoor. Heel erg bedankt, maar voorlopig heb ik ze niet meer nodig.
Ah ja? hoor ik jullie al in koor uitroepen. Betekent dat dat Het Grote Onoplosbare Rot-Probleem dan toch opgelost is geraakt?
Wel... nee. Dat niet. De mogelijkheid dat het probleem in kwestie er één van het onoplosbare type blijkt te zijn, zweeft nog altijd even dreigend boven mijn hoofd. Op dit moment zou ik de kans zelfs een stuk hoger dan 50 procent schatten. Het ziet er met andere woorden niet rooskleurig uit.

Maar toch heb ik jullie duimen vandaag niet nodig. Ze hebben namelijk al geholpen.
Niet bij het aanpakken van mijn probleem. En ook niet bij het temperen van de frustratie-aanval die ik gisteren kreeg, en waar jullie onvrijwillig getuige van zijn geweest (waarvoor mijn excuses). Nee, hun effect was van een veel verrassender aard.

Mijn eten is gisteravond gelukt.

Vóór jullie nu gaan denken dat ik een erbarmelijke kok ben die dagelijks verkoolde biefstuk uit de pan moet schrapen en bij wie pasta onherroepelijk tot moes gekookt wordt: Nee. Stop. Dat is niet (ik herhaal, niét) het geval. Wat wél klopt, is dat er twee types omstandigheden zijn waarbij mijn kookkunst me al-tijd in de steek laat: als ik voor de eerste keer iets nieuws uitprobeer, en als ik in een pesthumeur ben. Gisteren voldeed aan beide voorwaarden. Het gevolg is ook telkens hetzelfde: als ik nog geen pesthumeur hád, krijg ik er zeker een bij de aanblik van mislukt eten.

Groot was dus gisteravond mijn verbazing toen de haastig geprepareerde kipfilet-in-een-kruidenjasje niet prompt in staking ging door aan de pan te blijven kleven, en zelfs de bijbehorende sjalotjes niet aanbrandden, maar een mooi glazig tintje kregen... precies zoals het hoorde. En nu zijn er vele dingen waar ik vrolijk van kan worden, maar dit sloeg werkelijk alles!

Zo kwam het dus dat, toen ik na het eten in de douche kroop (terwijl jongen C. de afwas deed, bless him), één woord constant bleef gonzen in mijn hoofd.

Prioriteiten.

Want zeg nu zelf, als je "lekker maaltje + warme douche" moet afwegen tegenover "rotprobleem op het werk, ver weg en al een beetje vergeten"... is er toch maar één logische keuze, he. (*)

(*) Dat ik een lieve jongen, brave ouders, toffe collega's, en een gezellig appartementje heb, heeft vanzelfsprekend ook zijn invloed op de volgorde van items op mijn prioriteitenlijstje...

21 maart 2006

De Week

Beu. BeubeubeuBEU! En neen, dit is jammer genoeg geen poging van mij om jullie te entertainen met m'n beste imitatie van een overenthousiaste koe... Enthousiast is wel het laatste wat ik mezelf op dit moment zou noemen. Eender welk van de volgende woorden past wél bij mijn huidige toestand: gefrustreerd, nerveus, moe... En beu, dus.

Drie maanden.

Drie eindeloze, ergerlijke rótmaanden ben ik al bezig met het oplossen van een "probleempje" waarvan ik geschat had dat het me hoogstens enkele weken zou kosten. Het is nog een goeie zaak dat de computer waar ik drie maanden lang dagelijks met een mengeling van wanhoop en fascinatie naar zitten turen heb, niet van mij is maar van mijn baas; anders had ik hem al lang het raam uit gekieperd.

Deze week is de week van de waarheid. De week van de aller-allerlaatste poging. Als die net zo afloopt als al mijn vorige pogingen, moet ik het opgeven. Geloof me gerust, ik ben geen "opgever". Maar mijn inspiratie is uitgeput.

En dus zit ik nu al een hele dag nagelbijtend voor de computer, hopend op een mirakeltje.

Elke extra duim is welkom. Zelf heb ik er maar twee, en dat lijkt me te weinig.

20 maart 2006

Mag nie?

Strikt gezien is het een heel klein beetje verboden, wat ik nu ga doen. Strikt gezien zou ik nu stilletjes, met het schaamrood op de wangen en onder het gemompel van sorry's, moeten terugkrabbelen. Want eigenlijk ben ik een braaf meisje en heb ik écht niet zo'n behoefte aan het overtreden van regels. Ik ben er zelfs een beetje bang van. "Copyright" is namelijk een griezelig woord... en ja, daar gaat het hier dus over.

Maar ach, als ik erover nadenk... Hoeveel van dergelijke verboden heb ik als tiener niet aan mijn laars gelapt - alles met dank aan de "super"-cassetterecorder die ik op m'n twaalfde kado kreeg. De Vlaamse Top Tien opnemen van de radio. De bibliotheek afschuimen naar CD's met mijn lievelingsnummers erop, en hópen cassettes maken. Ik tapete zelfs hele conversaties uit mijn favoriete TV-programma's over - en beluisterde die nog ook. Nee, toen ik jonger was draaide ik mijn hand niet om voor een (klein) overtredinkje meer of minder.

En is dit uiteindelijk niet ongeveer hetzelfde? Ja toch...
Dus misschien moet ik gewoon stoppen met piekeren, en het doén. Want ik weet zeker: het zal ongelooflijk leuk zijn!

Ik ga Carcassonne namaken.

Het gezelschapsspel Carcassonne. Op de ouderwetse manier, met kartonnetjes en verf en potloden. Een titanenwerk wordt het: elk kaartje met de hand beschilderen, de huisjes en weggetjes tekenen, kleuren en uitknippen, en op de kaartjes kleven.

Maar het wordt super.

Mijn vingers kriebelen al. Ik kan haast niet wachten.


PS: Heel erg strikt gezien is er zelfs geen copyright-probleem. Dat heb ik opgezocht. Er is namelijk geen copyright op een spel-idee, enkel op de uitvoering ervan. En ik ben helemaal niet van plan om een bestaand spel te fotokopiëren; ik maak gewoon mijn eigen versie! Maar dat neemt niet weg dat ik het spannend blijf vinden...


16 maart 2006

Dilemma

Misschien volgt het uit de wet van Murphy, misschien is het een natuurwet op zichzelf... maar het is een vaststaand feit dat al wat leuk of lekker is, op de één of andere manier nadelig blijkt voor je gezondheid.
Chocolade. Room bij de pastasaus. Een zachtgekookt eitje als ontbijt. Lezen in het donker. Een poes aaien. Allemaal zaken die ik, om uiteenlopende redenen, beter zou vermijden, of minstens sterk beperken.
Voor een levensgenieter als ik valt dat bepaald niet mee. Ik besteed dan ook een aanzienlijk deel van mijn tijd aan het afwegen van pleziers- versus gezondheidszaken. Daarbij, behoor ik eerlijkheidshalve toe te geven, durft het pleziersaspect nogal eens te overwegen. Maar het zijn steeds harde keuzes.

En nu is er dit weekend weer een item bijgekomen op mijn lijstje met dilemma's.

Twister.

Dat spel kennen jullie vast wel. Het is één van mijn favoriete vormen van lichaamsbeweging (naast dansen), en zorgt op familiefeesten of tijdens weekendjes met vrienden steevast voor dolkomische situaties. Het basisattribuut is een doek met gekleurde bollen, waarop de deelnemers in de loop van het spel bepaalde lichaamsdelen dienen te positioneren. Linkervoet op blauwe bol, bijvoorbeeld, en rechterhand op rode bol, en zo verder. Het is duidelijk dat een dergelijk spelsysteem regelmatig voor onontwarbare knopen zorgt.

Ik ben dol op Twister. Het maakt de krijger in me wakker. Als ik Twister speel, wil ik winnen - en wie bezeten is van de drang om te winnen, durft nogal eens een stapje te ver te gaan.

Zo kwam het dus dat ik de ochtend na een zaterdagavondlijk spelletje Twister, dat geëindigd was in een genadeloos duel tussen mij en jongen C (hij won uiteindelijk, omdat hij 25cm langer is dan ik), opstond met een pijnlijk verwrongen pols.
Overbelast, zei de dokter. En hij grinnikte eens, waarschijnlijk omdat "ik heb mijn pols bezeerd tijdens een spelletje Twister" een stuk minder stoer klinkt dan bijvoorbeeld "ik heb een sportblessure opgelopen".

Alleszins heb ik nu een groot probleem.

Twister kan de gezondheid ernstige schade toebrengen, dat heb ik intussen aan den lijve ondervonden.
Maar ik spéél het zo graag!!!

Alle raadgevingen, tips en argumenten pro of contra zijn van harte welkom. Want zelf wéét ik het niet meer...

15 maart 2006

"Mine!"

Hebben jullie ooit "Finding Nemo" gezien? Een pareltje vind ik dat - zonder twijfel één van de leukste animatiefilms die ik ken (op "The Incredibles" na, dat nog een trapje hoger ligt). Er zitten ook een aantal onbetaalbaar grappige momenten in. Zo is er bijvoorbeeld de scène met de meeuwen, die in de film slechts twee woorden kunnen uitbrengen: "Van mij". Zelf zag ik de Engelstalige versie - daar werd het typische meeuwengekwetter herleid tot een kakelende kakofonie van "Mine! Mine! Mine-mine! Mine!". Gevolg: een week na het zien van de film liep ik nog steeds te pas en te onpas "Mine!" te kwetteren tegen mijn ouders en collega's.

Dat ge-"mine" heb ik intussen grotendeels afgeleerd, maar af en toe steekt het nog eens de kop op. Vandaag, bijvoorbeeld. Want vandaag is het MIJN beurt! "Mine-mine-mine-mine!!!"

Benieuwd? Mis dan jullie wekelijkse afspraak met Tweewoonst niet, en ga nú kijken. Laat, als je wil, gerust een commentaartje achter, op Tweewoonst zelf of hier. Ook kritiek mag, natuurlijk - zolang je het maar netjes houdt! ;-)

09 maart 2006

Lieve lezers, (rot-popups)

De popups die, zoals mij vandaag werd verteld, sinds kort jullie klikjes naar deze blog verstoorden, zouden nu verleden tijd moeten zijn. Het probleem lag bij de NedStat-teller (hoed u voor NedStat, lieve lezers!) die ik een tijd geleden op deze pagina had geplakt, en die bij deze vervangen is door ander en beter. Mochten er toch nog problemen opduiken, laat dan gerust een berichtje achter!

08 maart 2006

Een duwtje in de rug...

... voor degenen onder jullie die nog niet naar tweewoonst gaan kijken zijn, of dat wel al deden maar toch nog een extra herinnering nodig hebben: elke woensdag komt er een nieuwe post! En ra ra, welke dag zijn we vandaag...? Dus... gaat dat zien !!!

06 maart 2006

t minus één jaar

Het was twee over halftien toen ik er aankwam. De Ierse pub was gesloten. Voor de deur stonden wel een paar houten banken, en op één daarvan zat hij te wachten.
Ik was een beetje buiten adem - had het voorbije halfuur doorgebracht met beide ogen op mijn horloge, een vinger op de repeat-knop van de stereo, en mijn oor naast een luidpreker waaruit onophoudelijk "Fast Car" van Tracy Chapman had geschald, en was er uiteindelijk toch nog in geslaagd te laat te komen.
Hij niet, dus. Hij zat er.
Omdat hij me niet meteen zag aankomen - hij zat lichtjes voorovergeleund, handen op zijn knieën, naar het trottoir te kijken - repeteerde ik nog snel een laatste keer wat ik van plan was te zeggen. Ik wist het nog.

Toen keek hij op.

Ik kan me niet meer herinneren wat ik precies gezegd heb, behalve dat het in de verste verte niet leek op wat ik gerepeteerd had. Maar dat gaf niets. Het gaf ook niets dat de Ierse pub gesloten was. De rest van de avond brachten we door aan een tafeltje in een veel te hippe (cocktail)bar, die leeg was op ons na, onder blacklights en in het gebons van elektronische muziek. Op een normale dag zou geen van ons beiden het langer dan één minuut in zo'n tent hebben uitgehouden. Die avond had het ons niet minder kunnen schelen.

Rond middernacht werden we door de café-uitbater beschaafd aan de deur gezet.

We namen afscheid voor de gesloten Ierse pub. Het had die week gesneeuwd, en de straten zagen er al uit zoals straten er heel gauw gaan uitzien in een drukke stad waar het gesneeuwd heeft: nat, bruin en glibberig.

Naast het trottoir waar wij stonden, lag een hele grote plas.
Toen reed er een auto voorbij.

Tot zover gaan ongeveer mijn herinneringen van die avond. Ik weet enkel nog dat ik kleddernat -net als hij trouwens- naar huis ben gewandeld, met het gevoel alsof ik in zo'n oude komische film was beland. Het soort film waarin de hoofdpersonages een uur lang van de ene ongeloofwaardige situatie in de andere sukkelen... maar waarin alles op het eind toch goed komt.

En of het goed gekomen is.

Intussen zijn we een jaar later, en morgenavond gaan we dat vieren. Niet in de hippe cocktailbar van toen, wel in een gezellig en lekker (dat hopen we toch) restaurantje...

03 maart 2006

Bubbeltjesprobleem

'Verdorie', zei ik. 'Er zitten allemaal bubbeltjes in.'
Ik fronste vertwijfeld om mijn eerste creatie. En dan: 'Wil je 'm hebben?', tegen jongen C.
Natuurlijk wou die hem hebben: het was al na achten, en ik had hem net met zachte dwang uit de douche gehaald om getuige te zijn van mijn allereerste poging. Een mens zou voor minder een beloning verwachten, en of die beloning al dan niet bubbeltjes bevatte was duidelijk bijzaak voor hem.

Terwijl hij zich over nummer één ontfermde, begon ik aan de tweede. Ik durfde niet zo goed: wat als die ook mislukte? En de derde? En de vierde? En -
Kordaat deed ik een grote schep op de pan.
'O-oh. Te weinig.' Nog een schep dan maar. En dan 'Oeps. Teveel boter!' Ik zuchtte. Er was haast meer boter dan deeg in de pan. Dit kwam niet goed.

Intussen maakte jongen C. aan de eettafel smekkende geluiden. 'Lekker, meisje. En wat hebben ze veel smaak!' Ik wierp een weifelende blik over mijn schouder, en zag hem achter een leeg bord zitten.
'Meen je het echt, jongen? Zijn ze lekker? En is de kaas warm genoeg?' De kaas was namelijk nogal een probleem. Die hoorde warm te zijn, maar dat bleek niet meteen te lukken, zo op de pan. Dus had ik vals gespeeld, en het afgewerkte bord met kaas en al nog een minuutje in de microgolf geschoven. Gelukkig is er nu de technologie - had ik twintig jaar terug geleefd, de kaas was onherroepelijk koud gebleven.
'De kaas was heet' zei hij, op een toon waardoor ik me afvroeg of hij er soms zijn tong aan had verbrand. Maar goed dus: warme kaas, en een lekkere smaak. Nu alleen nog die verdomde bubbeltjes...

Ik richtte mijn aandacht weer op het teveel-beboterde exemplaar op de pan. De randjes begonnen mooi om te krullen, dus ik greep naar de spatel, draaide hem (met de nodige moeite) om - en schrok me een hoedje. Deze zag er gewoonweg prachtig uit: geen raar gebubbeld geval, maar een mooie gladde - en van het teveel aan boter was niets meer te bespeuren.
Met hernieuwde moed reikte ik naar de kaas. Eén schep, twee schepjes - zo. Dan reepjes zalm, dille, peper en zout, nog wat ui... Maar dan. Hoe kreeg ik in 's hemelsnaam die kaas warm, voor het hele boeltje begon aan te branden? Tenzij -
Natúúrlijk! Dat was ik helemaal vergeten! Ik nam de spatel, en begon heel voorzichtig... stukje per stukje... opgelet dat hij niet breekt... de randjes om te vouwen. Ik lachte in mijn vuistje. Op de pan lag nu een smakelijk pakketje, en ik kon zien dat de kaas al begon te smelten, zoals het hoorde. Ik voelde me prompt tien centimeter groter worden.

Een minuutje later deponeerde ik met een grijns tot achter mijn oren een perfect geslaagde, dampende, goudbruin gebakken Bretoense pannekoek* op het bord van jongen C.
En maakte er toen voor mezelf nog een.


* PS: Het recept voor Galettes Bretonnes is heel simpel: voor een 8-tal grote, of een 12-tal kleine pannekoeken (genoeg voor 3 personen - als je ze vult, zijn ze vrij zwaar, dus je hebt er niet zoveel nodig) meng je 200 g boekweitmeel met 50 cl water en een goeie snuif zout in een kom, en voegt daarna nog 1 ei bij. Een dagje (of toch minstens een uurtje) in de koelkast laten staan voor je begint te bakken. Deeg op de pan, op een heet vuur een minuutje laten bakken aan 1 kant, dan vulling op de nog ongebakken kant scheppen. Als de randjes beginnen om te krullen, plooi je de pannekoek dicht zodat je een vierkant pakketje krijgt. Dan nog even wachten tot de vulling warm is... En smakelijk!

01 maart 2006

20 questions - Het Grote Geheim van de Link

Je kent vast wel het spelletje "20 questions". Dat móet, want het is een spelletje dat je leven kan redden - tijdens een saaie autorit, in de wachtzaal van de dokter of terwijl je in een restaurant half uitgehongerd zit te snakken naar je voorgerecht. Al wat je ervoor nodig hebt, is een bereidwillige medespeler. Je neemt een willekeurig iets (persoon, plaats, begrip) in gedachten, en dan mag de ander jou 20 ja/nee-vragen stellen om erachter te komen waar je aan denkt. Zo simpel is het.

En nu heb ik toevallig, net deze morgen, ongelooflijk veel zin om dat spelletje te spelen! Ik heb namelijk een heel leuk iets om te laten raden. Echt, héél leuk, dat kan ik garanderen. Doet je mee? Het zal maar eventjes duren, beloofd. Goed!?! Echt? Super!!! Okee, daar gaan we dan. Vraag er maar op los!

1. Is het een persoon? Nee. 2. Een voorwerp? Ook niet. 3. Een dier? Nope. 4. Hee, zeg!! Wacht - is het een begrip soms? Jaaa... dat kan je wel zeggen. 5. Een spreekwoord? Nee. 6. Een gevoel? Neeneenee, ook niet. Nu zit je op het verkeerde spoor. Vraag iets anders. 7. Hmmm... Is het een "oud" begrip? Een woord dat mijn oma zou gebruiken, bijvoorbeeld? Nee, helemáál niet. 8. Aha. Het is dus een begrip uit de moderne tijd? O ja, beslist. 9. Heeft het met seks te maken? Nee! Hahahaaa, hoe kom je daarbij!? 10. Tja, ik dacht... modern, dus... Ach, laat maar zitten. Iets dat met techniek te maken heeft dan? Yep, onrechtstreeks wel. 11. GSM? Hehe. Nee, dat niet. Al klopt het wel met die oma... enfin, toch met de mijne. Maar nee dus. Geen GSM. 12. Computers? Ja, je komt dichter, hoor! 13. Internet? Goed zo! Verder vragen, je vindt het wel. 14+15+16. Een megabyte? Cyberspace? Het "I Love You"-virus? Nee, nee en nee. Komaan: vragen, niet gokken! 17. Mmmm... Moeilijk hoor. Is het een website? Jaaaa! Maar een speciaal soort website. 18. Een chatbox? Nee. 19. Een homepage? Bijna... 20. Een weblog? Ja!!! Een WEBLOG! Je hebt het gevonden!

Een weblog dus! Dat was het precies... Heel goed! Maar hee, hee, wacht even, nog niet weggaan!!! Want ik heb méér te vertellen. Het was namelijk niet zómaar een weblog die ik je wilde laten raden - dat zou een beetje flauw zijn, he. Nee, ik had een heel specifieke weblog in gedachten! Een weblog die pas sinds vandaag, 1 maart, bestaat, en waarvoor een aardig groepje mensen, waaronder ikzelf, tijd noch moeite hebben gespaard om hem uit de grond te stampen. De weblog heet tweewoonst, en ik kan je met volle overtuiging aanraden om er geregeld eens een kijkje op te nemen. Achter tweewoonst zitten tot hiertoe zeven mensen: drie fotografen en vier schrijvers (daar ben ik er eentje van), die startend vanaf vandaag wekelijks een originele "kruisbestuiving" van woorden en beelden zullen ineenboksen, die dan op tweewoonst zal verschijnen.

Ondertussen heb je al drie kansen gehad om naar tweewoonst (ok, vier) door te klikken... maar voor het geval je toch aan de roep van de rechtermuisknop hebt kunnen weerstaan, nog een laatste keer: zet onze blog bij je favorieten; je zal er geen spijt van hebben!

We zijn trouwens nog steeds op zoek naar enthousiaste schrijvers, fotografen of andere soorten woord- en beeldkunstenaars die een handje willen toesteken, dus als je je geroepen voelt, gewoon doorklikken naar tweewoonst (vijf) en daar de woorden "ook meedoen?" zoeken. En blijven klikken, natuurlijk!