under the rose

02 augustus 2006

Schotland - de "Pap of Glencoe" (2)

Eerder: (1)

[N.B. Voor de nieuwsgierigen onder u, in mijn woordenboek Nederlands-Engels vond ik de volgende vertaling:
pap [pæp] 1. pap; 2. vleesvrucht; 3. tepel.
Even snel Googlen leerde meteen dat die vertaling vrij raak is; de Schotse naam van de Pap, "Sgorr na Ciche", betekent namelijk "Rocky peak of the breast". Dat feitje heb ik helaas pas achteraf ontdekt... Dacht ik dat we een stoere bijna-berg hadden beklommen, blijken het de "Heuveltjes van Erica" geweest te zijn. Grmpf.]





Het vervolg van onze beklimming verliep vrij vlekkeloos. Nu goed, ik had het bij momenten wat moeilijk om genoeg lucht binnen te krijgen, en daarbij kwam nog dat we voortdurend werden voorbijgestoken door groepjes Schotse gepensioneerden die van heuvels beklimmen blijkbaar hun weekend-uitje maakten. Maar ik geraakte zonder hulp omhoog, en slaagde er beter dan verwacht in om overeind te blijven. In tegenstelling tot mezelf was jongen C., die vroeger nog berghuttentochten heeft gemaakt en dus heel wat meer ervaring heeft, zelfs niet buiten adem.

Op een paar tientallen meter van de top besloten we rechtsomkeert te maken; de laatste klim leek ons (lees: mij) iets te lastig. Bovendien begonnen we ons zorgen te maken dat we niet op tijd weer beneden zouden raken. Voor de beklimming, die ons normaal anderhalf uur had mogen kosten, hadden we dankzij mijn slakkentempo al de volle drie uur nodig gehad; dat beloofde dus voor de terugweg.

Toen we tien minuutjes bezig waren met de afdaling, kruisten we een ouder Schots koppel dat op weg was naar boven. We maakten een praatje. Het was best een lastige klim, vond mijnheer, want vorig weekend hadden ze Ben Nevis (de hoogste berg van Schotland) beklommen, en dat was een stuk makkelijker geweest.
Mevrouw knikte energiek. Ja, zei ze, en ze hield haar hart al vast voor de afdaling. Toen zij net halverwege waren, hadden ze namelijk een paar mensen gezien die zich hadden omgedraaid omdat ze de tocht te zwaar vonden, en die hadden best wel last gehad om weer naar beneden te raken. En tja, zij zelf werden ook al een dagje ouder...
Ik grapte nog: "Wacht maar, straks bij de afdaling haalt u ons vast wel weer in!", maar inwendig kreeg ik het al heet en koud tegelijk.

En ja, mijnheer en mevrouw hadden gelijk. Ik ontdekte al gauw waarom omhoog wandelen best wel simpel is: je moet gewoon naar de grond kijken en stappen, en als je dan toch uitglijdt, heb je je handen maar uit te steken en je val wordt gebroken.
Afdalen daarentegen was een heel ander paar mouwen: mijn schoenen (die me al jaren trouw hadden gediend op kampen en vakanties allerhande) hadden niet genoeg grip op de steile paadjes vol gruis, en ik gleed voortdurend uit. Daarbij slaakte ik steeds onwillekeurig een gilletje, hetgeen zowat de meest efficiënte manier bleek om jongen C. op de rand van een zenuwtoeval te brengen.
Bovendien waren mijn handen bij het dalen nutteloos om mijn evenwicht te bewaren, want er waren geen bermen of struiken om me aan vast te klampen. Daarvoor moest ik dus noodgedwongen jongen C.'s rug gebruiken, een strategie die mijn evenwicht wel ten goede kwam, maar onze verstandhouding een stuk minder.


(slot volgt binnenkort.)