under the rose

29 november 2005

Spiegels liegen


Spiegels vind je in alle soorten; een beetje zoals mensen. Je hebt er van die kleine ronde, die netjes in je handtas passen, en je gedienstig te hulp schieten als je weer eens je contactlens verloren bent. Er zijn ook oude, statige spiegels, zoals die in je oma's huis, met veel te veel tierlantijntjes maar net daardoor sympathiek. Maar niet elke spiegel is zo lief.

Spiegels in kledingzaken, bijvoorbeeld, kan ik werkelijk niet uitstaan. Nog wel als ze zich bescheiden in de paskamer hebben genesteld, waar je even met hen alleen kan zijn. Maar andere staan gewoon ongegeneerd in het midden van de winkel, op een veel te grote afstand van die paskamers verwijderd, en dát geeft me de bibbers. Neen, van zo'n spiegels hou ik niet. Soms vraag ik me zelfs af of mijn spiegelbeeld wel echt toont hoe ik eruit zie. Want als je in de spiegel kijkt, ben je toch altijd een beetje anders dan anders - niet helemaal natúúrlijk. Dus ook niet helemaal echt.

Begrijp me goed, ik vind spiegels nuttige dingen. Maar af en toe wou ik dat ik even zonder mocht. Want een spiegel is toch altijd een beetje een leugenaar: ik ben méér dan wat ik in de spiegel zie.

Misschien hebben dieren en kleuters het wat dat betreft wel bij het rechte eind. Zij denken dat hun spiegelbeeld iemand anders is. En als ik alles op een rijtje zet, denk ik dat ook.

28 november 2005

Oproep: over moeders, vaders en kindjes

Het gebeurt niet vaak dat ik het internet gebruik voor "politieke" doeleinden, maar vandaag wil ik toch een uitzondering maken. Ik hoop dat jullie me dat vergeven; ik hoop zelfs dat jullie dit postje, meer nog dan mijn andere poetische, kunstzinnige of filosofisch getinte schrijfsels, met extra veel aandacht zullen lezen. De zaak die ik hier even wil aankaarten is namelijk allesbehalve een filosofische kwestie; ze is honderd procent concreet.

Weten jullie welk wetsvoorstel komende donderdag 1 december door de Kamer van volksvertegenwoordigers gestemd wordt? Neen?

Misschien gaat er bij sommigen wel een belletje rinkelen als ik zeg dat het tegenwoordig spannende tijden zijn voor niet-hetero's. En dan vooral niet-hetero's die graag kinderen willen. Wanr inderdaad, de Kamer stemt deze week over het al of niet openstellen van adoptie voor holebi-koppels. En dat is een belangrijke zaak. Vind ik.

Ik moet bekennen, zelf was ik tot vóór vandaag ook niet op de hoogte. Maar vanmorgen vond ik in mijn mailbox een vraag van vriendin V. : of ik alsjeblieft ook de internet-petitie voor holebi-adoptie wilde ondertekenen. V. is zelf holebi, sinds maart vorig jaar gelukkig getrouwd met S., en ik weet honderd procent zeker dat V. en S. allebei heel graag kinderen willen. Ik twijfel er bovendien geen seconde aan dat zij, net als vele andere holebikoppels in Belgie en elders, goede, liefhebbende en verantwoordelijke ouders (in hun geval, moeders) zullen zijn. Maar de huidige wetgeving maakt het hen wel heel erg moeilijk. Het volledige verhaal is lang (en pijnlijk), maar het komt erop neer dat, hoewel éénouderadoptie wel degelijk toegestaan is in Belgie, een "tweede" ouder van hetzelfde geslacht in de ogen van het gerecht geen enkele band heeft met het kind dat door hem/haar mee wordt opgevoed. Het wetsvoorstel dat nu voorligt ter goedkeuring, zou daarin verandering moeten brengen.

Ik weet niet of zo'n petitie daadwerkelijk verschil kan maken - al hoop ik natuurlijk van wel. Ik ga jullie ook niet vragen, zoals V. mij vroeg, om alsjeblieft deze petitie te ondertekenen, want dat is een zaak die ieder voor zich moet uitmaken, en velen van jullie ken ik niet eens goed. Wat ik wel vraag is, of jullie het willen overwegen. En voor degenen onder jullie die, net als ik, het wettelijk maken van holebi-adoptie een goede zaak vinden, is hier het adres waarop jullie je handtekening kunnen plaatsen:

www.holebifederatie.be/dossiers/ouderschap/openbrief.php

Alvast bedankt voor het lezen. En als jullie mee willen duimen, voor V. en S. en alle anderen... doe gerust! Het kan maar helpen.

25 november 2005

Blijven schrijven...



18 november 2005

Ged(a/i)chtenexperiment: De mijne

Hoe je soms in je slaap even zucht
voor je je omdraait, en daarbij
mijn naam noemt als was het de bezwering die je
bindt met de wakende wereld. Hoe je dan af en toe
je ogen opent en recht door de muren heen
kijkt, nietsziend, weerloos, een prooi voor bange dromen,
tot je blik blijft haken aan de mijne en daar
houvast vindt. En hoe ik dan altijd
met een ongegeneerd gebrek aan bescheidenheid
denk: hoe heerlijk is het te weten dat de eerste
naam die bij je opkomt steeds
de mijne is.

20 jaar Calvin en Hobbes

Precies 2 decennia geleden werd de allereerste Calvin en Hobbes-strip uitgebracht:



Driewerf hoera!!!

(officiele website: http://www.ucomics.com/calvinandhobbes/)

16 november 2005

Half

Ditmaal is het minder erg. Gelukkig maar. De vorige keer dat mijn jongen C. voor bepaalde duur het land uit was wegens werk-op-verplaatsing, is me dat namelijk niet zo goed bekomen (zie mijn postjes "een week zonder" dag 1, dag 4 en dag 6). Toen was ik de wanhoop nabij, want voor het eerst sinds we samenwoonden (wat we in de praktijk al vanaf onze tweede maand samen gedaan hebben, afwisselend op mijn en zijn appartementje) zou ik weer in het éénpersoonsbed slapen. Voor het eerst zou ik opnieuw 's morgens wakker worden in een koude kamer, en niemand in de buurt hebben om me aan te warmen. Voor het eerst zou ik weer ontdekken hoe lang een avond kan zijn. En héb ik toen getreurd.

Ditmaal blijft hij -tot mijn opluchting- niet zo lang weg. Vijf dagen zijn nog nét te overbruggen als je je op de juiste manier weet bezig te houden. Op tijd gaan slapen, op tijd gaan werken, 's avonds lekker koken (en drie-vierden invriezen, zo hebben we er volgende week samen nog iets aan), nog een uurtje foto's van Zuid-Afrika inplakken... en alweer een dag voorbij. Zo zijn er intussen al twee voorbijgegaan, en ik ben nog steeds niet ingestort. Integendeel, ik slaap goed (zelfs al doe ik dat nu alleen), het werk loopt vlotjes, en de avonden gaan snel met zoveel leuks om te doen. Ik mis hem wel, natuurlijk. Ik mis hem zelfs vrij erg, maar (anders dan vorige keer) kan ik nu wél om met dat gemis. Het is lastig, maar ik blijf er kalm onder. Het duurt ook niet lang meer, nog amper drie daagjes.

Alleen... toch is het er ook deze keer nog heel af en toe, sluimerend net onder de oppervlakte: dat gevoel van bijna-paniek telkens ik mezelf toelaat te beseffen dat hij vandaag nog altijd niet thuis is. Het gaat gauw weer over, dat wel. Ik hoef enkel te denken aan vrijdag, en aan hoe gelukkig ik mezelf mag prijzen dat ik iemand héb om zo te missen, en die mij ondertussen terug-mist. Maar toch overvalt het me telkens weer, op een onbewaakt moment.

En misschien is dat een goed teken. Een teken dat ik echt bij hem hoor, en hij bij mij. Dat ik me, wat ik ook voor leuks bedenk om me mee bezig te houden, zonder hem nooit helemaal voel zoals het hoort. Dat ik maar half ben als hij er niet is.

Zonder twijfel een goed teken.

15 november 2005

Leeg huis

Sinds gisterochtend is mijn huisje weer even een beetje leger.

Ik noem het nu stoutweg "mijn" huisje - maar eigenlijk mag dat niet. Als ik dan echt een bezittelijk voornaamwoord wil gebruiken dat mezelf omvat, moet het "ons" zijn: van mij én van hem. En eigenlijk in de omgekeerde volgorde. Want hoezeer ik ook -na er amper een paar weekjes geleden te zijn ingetrokken- gehecht ben geraakt aan dit huis, uiteindelijk is het al langer zijn plekje dan het mijne.

Maar sinds gisterochtend moet dit plekje het dus even zonder hem stellen. Nog tot vrijdagavond, om precies te zijn. Mijn jongen is weg wegens werk, en ik ben nog hier. Passen op een huisje dat bijna wel, maar toch ook een beetje niet, het mijne is. Dat voelt vreemd - bijna alsof de echte eigenaar van het huisje elke seconde terug kan keren, en ik dus steeds alert moet zijn dat alles piekfijn in orde is, op welk moment ook.

Het voelt een beetje als passen op het huisdier van een vriend of vriendin: daar ben je ook heel bewust, heel zorgvuldig mee bezig. Eerst plichtsmatig, want je kent het diertje niet, en wie weet durft het venijnig bijten. Maar dan, naarmate de tijd vordert, begin je er meer en meer van te genieten; je raakt zelfs gehecht aan dat huisdier-dat-niet-het-jouwe is. Zo gaat het ook met mij en ons huis. We zijn allebei een beetje alleen, het huisje en ik, en ik moet me soms beheersen om het niet even te strelen, of het troostend toe te fluisteren dat baasje gauw terugkomt. En op de één of andere manier vind ik het besef dat dit ook, en zelfs vooral, zijn huis is, rustgevend.

Zelfs zonder hem is dit huis nog altijd vol van herinneringen. En hij komt gauw terug. Ja hoor.

07 november 2005

Hij + zij = ...

Hij is het stille, intense soort iemand. Denkt veel, werkt hard, praat over wat belangrijk is. Is nogal kieskeurig in het benoemen van mensen als vrienden (ik deel nu sinds twee jaar een bureau met hem, maar heb geen idee of ik die titel intussen al heb verdiend). Weet wat genieten is, maar een feestbeest zou ik hem nooit noemen.

Zij is even intens, maar allesbehalve stil. Leeft voluit, werkt hard, praat over alles wat een onderwerp kan zijn, met iedereen die zin heeft om mee te praten. Ze heeft ook een abonnement op ons bureau. En dat is maar goed ook, want telkens zij binnenkomt begint hij te stralen. Zijn lach lijkt plots veel zachter dan anders, en als hij haar aanspreekt is dat met een stem die iets dieps en ongrijpbaars uitstraalt.

Sinds vorige vrijdag zijn hij en zij man en vrouw. Ze zagen er schitterend uit. En toen ik hen aansprak, klonk in hun antwoord zo'n echo van geluk dat ik er stil van werd. Zij waren allesbehalve stil. En ze genoten, dat zag je zo. Ik had hem nooit eerder op een dansvloer gezien, maar die avond was hij er niet weg te slaan. En hun openingsdans was een beetje onwennig, zo onder de gretige blikken van honderd-plus genodigden... maar tegelijk onvoorstelbaar "echt".

Als ik nog twijfelde dat echte liefde bestond, is mijn twijfel nu voorgoed weggevaagd: liefde bestaat. Ik heb ze vrijdagavond nog zien dansen.


Mr en Mrs B., als jullie dit lezen: bedankt voor een prachtige avond! Het was fantastisch om jullie zo gelukkig te zien... dat dat geluk een leven lang mag blijven duren!

03 november 2005

Hoera! Het is een meisje...

... en ze is zwart.

Dat was mijn eerste gedachte toen we gisteravond het nieuws kregen.

Blij nieuws! Maar toch ook een beetje verrassend. Op het meisjes-gedeelte had ik eigenlijk al stilletjes gehoopt. Dat ze zwart zou zijn, had ik niet zo meteen verwacht.

Maar ja, ze woont dan ook in Uganda. En dat is ver weg. Zo ver zelfs, dat onze aardrijkskundige kennis enigszins tekort schoot toen we het op de wereldkaart probeerden te lokaliseren. Afrika, ja, dat wisten we wel. En ergens in het midden... maar waar precies? Gelukkig komen kindjes tegenwoordig compleet met bijgeleverde informatiemap. Tenminste dit soort kindjes. Want zij is echt wel heel speciaal. Ons kindje, maar toch niet echt, want ze heeft al een mama en een papa, en zelfs zusjes en broers. En al is ze vanaf nu een stukje van ons leven, we weten nog maar heel weinig van haar.

Haar naam. De naam van haar ouders, haar dorp, haar taal. Dat ze graag zingt en tekent, en dat ze houdt van touwtje springen.

Sinterklaas komt vast niet langs in Uganda. De hitte zou die goede oude man vermoedelijk teveel worden... of misschien heeft hij gewoon geen tijd...? Maar hier in Belgie komt de Sint wel, en voortaan brengt hij ook iets voor ons kindje mee. Dat sturen we haar dan op, in een grote omslag met haar naam keurig op een etiketje geschreven.

De naam van ons Plan-kindje. Een beetje ons kindje en een beetje niet... Een speciale gedachte is dat.