Wat het fenomeen Goede Voornemens betreft, heb ik een theorie. Je te sterk focussen op wat je wil doen of laten, kan desastreuze gevolgen hebben.
Vergelijk het met een beginnende skiër die zich, in het midden van een bijna decadent brede en vlakke piste, geconfronteerd ziet met één enkele, koppige, ongegeneerde spelbreker van een boom. In principe is het ontwijken van zo'n boompje kinderspel... tot de skiër in kwestie zich op het storend object gaat concentreren. De zin "ik ga de boom niet raken", die aanvankelijk als een onschuldige bemerking in de gedachten van onze skiër opduikt, neemt langzaam een heel eigen leven aan. "Of zou ik de boom toch raken?" Twijfel. "Wat
als ik de boom raak?" Angst. "Ik MAG die verdomde boom niet raken!" Woede. En dan gebeurt het onvermijdelijke: de skiër vertrekt, en is zodanig geconcentreerd op het ontwijken van de boom, dat hij er
recht op afgaat. BOING!!!
Zo gaat het ook met voornemens... Althans met sommige. Als het over de essentiële dingen des levens gaat, is het maken van voornemens volgens mij nefast. Er zijn nu eenmaal van die zaken die spontaan moeten gebeuren, ofwel helemaal niet.
Maar voor een keer wil ik wel een uitzondering maken... In het bijzonder, wat het voornemen betreft dat ik een tijdje geleden, op deze eigenste blog, heb geformuleerd. Want ik heb woord gehouden, en hier is het resultaat.

Al mijn principiële bezwaren tegen goede voornemens ten spijt, kan het toch wel voldoening geven er af en toe eens eentje te maken... zolang je op voorhand weet dat het haalbaar is.