under the rose

17 maart 2007

Et maintenant

Al meermaals liet ik hier de belofte vallen dat er binnenkort écht wel weer een nieuwe post zou aankomen. En al even vaak hield ik die belofte niet, of heel even maar. Intussen is deze blog, sputterend en puffend als een locomotiefje op leeftijd, zo goed als stilgevallen. Dat betekent een aantal dingen, maar ook een aantal dingen niet. Het betekent dat ik in een erg drukke periode zit - grotendeels druk op een positieve manier, hoor! Maar daardoor ervaar ik loggen nu wel als minder ontspannend dan een tijd geleden, meer een plicht dan een vrijheid... en dat is zonde. Het betekent gelukkig niet dat ik helemaal géén tijd meer heb om creatief bezig te zijn - alleen doe ik dat tegenwoordig liever op een gezapiger manier dan door te bloggen. Want ik moet toegeven: deze blog vroeg veel van me, al kreeg ik er ook heel veel van terug. Het betekent dus ook niet dat ik jullie reacties en commentaren niet ongelooflijk hard apprecieerde, want dat deed ik zeker! Het betekent wel dat het tijd is geworden om eens na te denken over de toekomst van deze blog. Want als ik eerlijk ben tegenover mezelf, dan weet ik dat de kans dat ik in de nabije toekomst weer actief word hier, redelijk miniem is. En het is niet fair jullie aan het lijntje te houden daarover.

Merk op dat ik niet zeg dat ik stop. Stoppen, deze blog werkelijk voor dood verklaren, daar heb ik op dit moment het hart niet voor. En wie weet blaas ik hem ooit wel weer nieuw leven in, als ik daar de tijd en energie voor vind. Maar niet meteen. En ook niet met volledige zekerheid. Merk op dat ik hier absoluut niets beloofd heb.

Hoe dan ook: jullie waren een heerlijk publiek. Nu weet ik wel dat dat een huizenhoog cliché is, waar elke "performer" z'n publiek mee vleit... Maar weet u: ik, ik ben geen "performer". Zeker hier niet. Alles wat ik hier ooit schreef was de waarheid, zelfs de clichés. Dus bij deze: jullie waren het heerlijkste publiek dat ik me had kunnen wensen - cliché of niet. Als ik hier ooit weer aan het loggen ga, weet ik jullie dus wel te vinden. In de tussentijd kunnen jullie me nog steeds geregeld lezen op tweewoonst, een webstek die ik nog eens erg warm wil aanbevelen.

Tot later - in de virtuele wereld, of in die andere!

Tamara

13 september 2006

Wispelturig dochterhart

"Wel, jaahaaaaaaa!"
Ik keek op van het GSM-hoesje waarmee ik aan het frutselen was terwijl ik telefoneerde.
Mijn moeder was aan de lijn, en ik had net gepoogd een eind aan de conversatie te breien met de mededeling dat jongen C. gedurende heel ons telefoongesprek druk de vloer aan het dweilen was geweest, wat betekende dat ik hem nu dringend een handje toe moest steken. Een statement waarmee jongen C. prompt luidkeels zijn instemming liet blijken.
"Nou mama", voegde ik eraan toe. "Dat was dus C. die vond dat we te lang bellen."
Een korte stilte, en daarna mijn moeder weer, maar nét iets te vrolijk om het spontaan te laten klinken: "Ach ja, dat is mijn schuld... Ik hou gewoon niet op met praten!"
Dat was waar.
Mama's hebben vaak nogal de neiging om hun hele leven te vertellen langs de telefoon, en de mijne doet dat liefst compleet met alle minuscule details ("... en toen zei ik - want ja, ik dacht, ik ga me hier niet laten beetnemen - toen zei ik dus: meneer, zei ik, als u nu denkt..."), die ze zich steeds nog perfect herinnert. Dat talent van haar zorgt geregeld voor hilarische weergaven van conversaties met meneer die-en-die van winkel zo-en-zo, die zonder problemen het niveau van een sketch uit een topklasse stand-up comedy show halen - maar in telefoongesprekken is het soms nogal onpraktisch, nog afgezien van de gepeperde rekeningen die het met zich meebrengt.
Op dat moment was ik er niet helemaal voor in de stemming. De gedachte aan al het poets- en strijkwerk dat we die avond nog voor de boeg hadden spookte voortdurend door mijn hoofd, en wrong zich op allerlei ongepaste momenten tussen mijn moeders verhaal, zodat ik aan het eind de draad volledig verloren was.
Het was met een beetje opluchting dat ik afscheid nam en de strijkplank uit de bergruimte haalde.

Maar nog geen kwartier nadat ik de GSM had opgeborgen, was het al raak.
Ik miste haar.
Dat me dat telkens weer overkomt, na elk telefoongesprek, elk weekend, elk avondlijk etentje met mijn ouders, is tegelijkertijd ongelooflijk raar en ontegensprekelijk logisch.
We hebben mekaar nodig, mijn ouders en ik, daar is geen twijfel aan.
Alleen - als we samen zijn wil het wel eens botsen. Het gaat zelden over ernstige dingen, maar wat onschuldig gekibbel hoort er erg vaak bij. En af en toe raak ik plots ongeduldig of geïrriteerd door wat mama of papa zegt, zomaar, zonder duidelijke reden, of misschien gewoon omdat zij het zeggen.
Maar eens ik bij ze weg ben, van zodra ik één voet buiten hun deur gezet heb of zij uit de onze, heb ik al spijt. En dan wil ik niets liever dan weer die tiener zijn van ooit - alleen zou ik ditmaal niét rebelleren, géén behoefte hebben aan meer vrijheid dan ik kreeg. Ik zou de ideale dochter voor hen zijn, en hen al het geluk teruggeven waar ze mijn leven mee hebben willen vullen.
Tot ik weer eens bij hen op bezoek ga, of mama aan de telefoon krijg. Dan, ook al ben ik lang geen tiener meer, rebelleer ik plots tóch.
Ik kan hen niet missen. Maar mijn dochterhart blijkt vaak nog wat wispelturiger dan ik zou willen.
Gelukkig weten ze dat.

04 september 2006

HIEP, HIEP... Fijne verhalfjaardag, Tweewoonst!

Ja, u leest het goed: onze woord-beeld-kruisbestuivingswebblog www.tweewoonst.be is intussen zes maand oud. En zoals de meeste kleintjes van die leeftijd is onze creatieve spruit, sinds hij op 1 maart van dit jaar het levenslicht zag, al flink gegroeid! Nieuwe leden kwamen aankloppen, oude leden vonden nieuwe inspiratiebronnen... kortom, onze creativiteit en ons enthousiasme bereikten (als u me een vleugje fierheid vergeeft) ongekende hoogten.

Omdat we zo'n ver-zes-maand-dag natuurlijk niet ongemerkt voorbij wilden laten gaan, besloten we u, met ingang van dit (= het voorbije) weekend, voortaan op twee posts per week te trakteren. Voortaan vindt u dan ook elke woensdag én zaterdag een splinternieuwe creatie op het welbekende adres. Tilde bijt deze week de spits af met een leuke, prettig gestoorde combinatie!
De wekelijkse links op deze blog laat ik voortaan ook achterwege... Na een half jaar bent u (hoop ik) toch al voldoende geconditioneerd, zodat ik u met een gerust hart uw eigen weg naar Tweewoonst kan laten vinden.

Aan alle tweewoonstlezertjes zou ik ook willen vragen: vindt u een bepaalde combinatie, foto of tekst ontroerend, verrassend, grappig, ongewoon... óf hebt u ergens een puntje (opbouwende) kritiek bij... neem dan even de tijd om een korte reactie achter te laten bij het betreffende werkje. De vele breinen (én pennen, én fototoestellen) achter Tweewoonst zullen er u erg dankbaar om zijn!

30 augustus 2006

Een vleugje voyeurisme...

... deze week op Tweewoonst, waar u zich naar hartelust kan verkneukelen in de conversatie van een wel erg bizar stel!
Dit is trouwens de allerlaatste keer dat er slechts één post per week op Tweewoonst verschijnt... want vanaf volgende week is niet alleen woensdag, maar ook zaterdag klikdag!

29 augustus 2006

Een waterige avond

Nog suf van het voorbije weekend, dat even uitputtend als fijn was geweest, besloten we deze week met gepaste discipline in te zetten.
Maandag is traditioneel onze poets- én boodschappendag (een combinatie die al redelijk wat organisatietalent vergt), maar ditmaal wilden we ál onze klusjes op die ene avond klaren, zodat we de rest van de week ongestoord konden bekomen van de vermoeienis. Op zich een haalbaar doel, ware het niet dat die klusjes sinds kort ook het poetsen van de vogelkooi omvatten, én dat onze pas aangeschafte wasmachine zéér dringend getest moest worden.
Maar we lieten ons niet van de wijs brengen, en verdeelden vol goede moed de taken. Jongen C. zou de lamp in de badkamer, die vorige week kapot was gegaan, vervangen, en daarna naar de supermarkt rijden; intussen zou ik stof afnemen, stofzuigen en dweilen, waarna we konden eten, en om de avond af te sluiten zouden we samen ons allereerste wasje insteken, en de kooi onder handen nemen. Ergens tussenin zou ik ook nog het vogelbadje uitproberen dat we voor Samurai en Smoske hadden gekocht. Onze zorgvuldig uitgekiende planning was zo waterdicht als wat!


vanna-één
Balancerend op een stoel die eigenlijk gevaarlijk dicht naast de WC stond - ik had voor alle zekerheid gauw de bril dichtgeklapt - schroefde jongen C. de plafondlamp los. Groot was onze verbazing toen de halfronde glazen kap rond het eigenlijke peertje tot aan de rand gevuld bleek met - water. Water??? In een lamp? We dachten meteen aan een lek, maar nee; condensatie lijkt ons uiteindelijk de enige mogelijke verklaring. De vorige huurders moeten wel érg hete uren in die badkamer hebben doorgebracht!

vanna-twee
Tussen het poetsen door gaf ik Samurai en Smoske hun badje. Het was hun allereerste kennismaking met "dat rare ding", en ik verwachtte niet echt dat ze al de moed zouden hebben om in het water te duikelen. Maar ik had hun nieuwsgierigheid blijkbaar onderschat - al gauw zaten ze lustig toeterend (zebravinken tsjilpen niet, in plaats daarvan maken ze lage claxonachtige geluidjes) vanop hun stokje over de rand van het badje te turen; Samurai vooraan, zijn vrouwtje geinteresseerd meevolgend over zijn schouder. Er volgden enkele tikjes tegen de doorzichtige plastic wand, alsof ze er zeker van wilden zijn dat ze niet dwars door de bodem heen zouden vallen. Daarna probeerden ze van het badwater te drinken, maar het badje was te diep, en ze moesten steeds met volle kracht fladderen om weer overeind te raken. Tot Samurai (hij heeft zijn naam niet gestolen, het dappere ventje) uiteindelijk zijn moed bijeenraapte en - plons - in het badje sprong, waarna hij als gek begon te spetteren. Ik was zo trots op hem...

vanna-drie
Het was kwart voor tien toen we ons over de wasmachine bogen. Het zou ons allereerste wasje worden, en de handleiding schreef voor om, voor het eerste gebruik, een programmaatje te laten draaien zonder wasgoed. Zo gezegd, zo gedaan; we kozen het kortste programma, en intussen deed ik al het nodige sorteerwerk. Na het voorgeschreven halfuurtje opende ik fluitend de deur van het washok - en voelde me prompt verstijven bij de aanblik van een gi-gan-tische plas water onder de wasmachine. Het verdict: afvoer verstopt... Dus alweer emmer en dweil opgediept, de was terug in de mand gepropt, en met de barometer op onweer de vloer schoongeschrobd.


Uiteindelijk zijn, op het wassen na, al onze klusjes wel degelijk geklaard geraakt. Maar u begrijpt: na al dat watergeweld heb ik het wel even gehad met die zogenaamd "waterdichte" planningen!

23 augustus 2006

Nieuw stel



Mag ik jullie voorstellen: jongeheer en mejuffer Samurai en Smoske Zebravink. Wonen vanaf heden samen in De Blauwe Kooi Op Het Dressoir, Woonkamer, Appartement van meisje T. en jongen C. Vermoedelijk geboortejaar 2006, grootte 10 cm (gemeten van snaveltip tot staartpuntje). Voorlopig kinderloos (en dat zouden hun baasjes liefst nog even zo houden...). Hobby's: stokhippen, spelen met eten, elkaars veren poetsen. Hebben een hekel aan: plotse bewegingen, stofzuigers, niezende baasjes en een dekentje over de kooi.

Dag Samurai! Dag Smoske! Zeggen jullie even dag tegen de mensen?

21 augustus 2006

De cultus van "ons"

Het etiket "samenwonend koppel" brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Althans, dat gevoel heb ik sinds we anderhalve maand geleden verhuisden.
Tevoren deelden we wel dezelfde kamers en sliepen we in hetzelfde grote bed, maar dat waren oorspronkelijk zijn kamers en zijn bed geweest, en ik bleef degene die bij hem was ingetrokken. De meubeltjes waren van hem of van mij; de TV was van hem, maar de stereo was van mij, net als de auto - al betaalden we wel samen de benzine. Enkel de pas aangekochte kleerkast konden we echt "de onze" noemen. Niet dat we elkaar met geweld het gebruiksrecht van onze respectievelijke eigendommen hebben moeten afdwingen, integendeel: alles - op een paar zeldzame uitzonderingen na, zoals zijn laptop en mijn speciaal gekochte tekenstiftjes - werd van meet af aan met het grootste gemak gedeeld.
Maar "zijn" stulpje is toch nooit helemaal het mijne geworden, hoe hard ik ook probeerde om, samen met al de foto's en decoratiespulletjes die ik er binnen sjouwde, ook mijn hart erheen te verhuizen.

Nu we in het appartement wonen dat we samen hebben uitgezocht, kunnen luieren in de zetels die we samen hebben gekozen, en wekelijks de tapijtjes moeten stofzuigen die we allebei zo mooi vonden - maar waar we intussen al meermaals op gevloekt hebben omdat ze zo gauw vies worden - is de officiële bevordering tot "samenwonenden" er als vanzelf gekomen. Tegelijkertijd is "het appartement" ook plots "ons appartement" geworden, en zelfs zijn laptop noem ik al "de laptop", al "de onze" nog nét iets te hoog gegrepen.

Zo'n gevoel van evenwicht - niets van mij maar alles van ons - is heerlijk. Maar, zoals ik al zei, benamingen als "ons huis" en "onze nieuwe meubels" brengen al gauw heel wat verantwoordelijkheid met zich mee. Zo hebben we in de meubels in kwestie redelijk wat centjes geïnvesteerd, in de hoop natuurlijk dat ze zo lang zullen meegaan als nodig is. Dat vergt vanzelfsprekend de nodige zorgzaamheid, en dus besloten we een aantal levensnoodzakelijke "policies" in te voeren.

Vanaf dag één maakten we het een policy om geen zware spullen, handtassen of zakken met boodschappen op de nieuwe sofa te zetten. Het bleef eveneens verboden - maar dat was al langer zo - om koekjes te eten boven "de" laptop, of met koekjesvingers op het toetsenbord te tikken.
Een volgende policy, ditmaal op mijn initiatief, bestond eruit geen rommel meer neer te zetten in de woonkamer. Waarop jongen C. prompt de policy invoerde om de nieuwe wasmachine en droogkast enkel na half tien 's avonds te gebruiken, kwestie van te profiteren van het nachttarief. En zo gingen we vrolijk door: hoe meer regels, hoe minder zorgen, en hoe meer geluk - althans zo dacht ik.

Maar regels nemen niet altijd zorgen weg; als je er niet heel voorzichtig mee omspringt, kunnen ze ook heel snel een zorg op zich worden. Wanneer een richtlijn een obsessie wordt, is het hek helemaal van de dam, en wordt het naleven van die hele waslijst aan regeltjes al gauw een stresserende bezigheid. Op de duur is niets meer goed of mooi of netjes genoeg - en nee, dat maakt echt niet gelukkiger!

En dus zoeken we nu naar een evenwicht. Dat valt soms helemaal niet mee, want ik ben nu eenmaal een onverbeterlijke perfectionist - net als jongen C., al wil hij dat niet altijd toegeven. Maar tegelijkertijd snakken we allebei naar wat rust, en naar de vrijheid om "nee" te durven zeggen: "nee, ik ruim nu niet op"; "nee, dan blijft de afwas maar staan; ik ben moe".
We zijn er ons maar al te goed van bewust dat we nooit meer zo jong en zorgeloos zullen zijn als nu; eens getrouwd, met kindjes, is de rust meestal een stuk verder te zoeken. En dus moeten we nu leven, en genieten van wat we hebben, zonder te overdrijven.
Want we hebben veel, heel veel. Zo veel zelfs, dat we soms door de bomen het bos niet meer zien: lieve ouders, toffe vrienden, fijne collega's, een goede job, en genoeg geld om comfortabel te leven... al zullen we wellicht nooit rijk worden. Maar dat hoeft ook niet; we zijn meer dan rijk genoeg aan andere dingen.

11 augustus 2006

Schotland: de "Pap of Glencoe" (slot)

Eerder: (1), (2)


Terwijl we steeds verder en verder, en naar mijn aanvoelen trager en trager, afdaalden, begonnen de visioenen van weleer hun weg naar mijn hoofd terug te vinden. Elke centimeter die ik wegschoof, voelde als de start van een eindeloze val; in gedachten zag ik al hoe ik jongen C., die op de lastige stukken trouw mijn hand vasthield en me naar beneden hielp, met me werd meegesleurd, de diepte in. De hoogtevrees die ik verslagen had gedacht, sloeg keihard terug.

Na anderhalf uur stappen werden we inderdaad ingehaald door de mijnheer en mevrouw die ons eerder hadden aangesproken. Ik lachte hen guitig toe: ''Zie je wel!", maar binnenin stierf ik duizend doden van schaamte.

Na nog eens anderhalf uur waren we beneden. Tot het ogenblik dat ik het poortje zag waarlangs we naar het pad gewandeld waren, kon ik niet geloven dat het me gelukt was. Ik was er volledig op voorbereid geweest de rest van onze vakantie op die heuvel door te brengen, dag in dag uit naar beneden schuifelend, terwijl het dal slechts ondraaglijk langzaam dichterbij kwam.
Het voorlaatste uur had ik meer gevloekt en gesakkerd dan ik gestapt had; het laatste uur was voorbijgegleden als in een trance.

Het was pas nadat ik de deur van de (huur)auto had geopend en was neergeploft op de zetel, mijn bezwete schoenen had kunnen uitdoen om de al even bezwete sokken van mijn voeten te peuteren, dat me, geheel onverwacht, een overweldigend gevoel van triomf overviel. Ik had het toch maar mooi gedurfd!
En ik wist ook: deze wandeling, hoe zwaar en beangstigend ze op het ogenblik zelf ook was, en hoezeer ik mezelf en mijn klein hartje onderweg ook heb vervloekt, staat garant voor een onvergetelijke herinnering, én een heerlijk verhaal!

Maar één ding wil ik u toch op het hart drukken: als een Schotse wandelaar van middelbare leeftijd of ouder, u een wandeling aanraadt als zijnde "middelmatig moeilijk", wees dan voorbereid op een calvarietocht! En als u een Schot om een "zware" wandeling vraagt - nu ja, dan bent u sowieso niet goed wijs... of gewoon een masochistje.

(Update: Voor degenen onder u die zich afvragen of mijn bergwandelaarskriebels nu meteen al in de kiem gesmoord zijn: nee, hoor, integendeel zelfs! Gisteren heb ik me een nieuw paar stevige bergschoenen én een paar trekkingstokken aangeschaft, en ik ben van plan die zo gauw mogelijk te beginnen verslijten!)

10 augustus 2006

Voorbarig gemis

Mist u de zomer ook al?
Tja, ik wel hoor!

De afgelopen week heb ik mezelf al meermaals betrapt op de gedachte dat de zomer, die zalige zomer, zo pijnlijk snel voorbijgegaan is... om mezelf dan prompt voor de kop te slaan: "Ach nee, we zijn amper halverwege!" En inderdaad: is augustus niet de ideale tijd voor barbecues, tuinfeesten en dagjes aan het strand?
Toch bekruipt me voortdurend de indruk dat het seizoen al veel verder gevorderd is dan de kalender aangeeft. Het zal wel door die wekenlange hitte komen, en het feit dat jongen C. en ik in juli abnormaal actief geweest zijn - verhuizen, reizen, ... (*)

Hoe dan ook is het best lastig, zo'n einde-zomergevoel in augustus.

Deze week confronteert Tweewoonst me nog eens extra met mijn zomergemis. U vindt er een foto (van Koens hand camera) die ook úw heimwee naar warme dagen ongetwijfeld weer zal aanwakkeren. En het gedicht (van Anneliesjes hand pen en klavier) dat hoort bij het plaatje in kwestie, is er één waar ik me op ochtenden als deze volledig in kan vinden!

(*) Wat die twee activiteiten betreft, heeft u ook nog een paar verhalen van me te goed!


02 augustus 2006

Schotland - de "Pap of Glencoe" (2)

Eerder: (1)

[N.B. Voor de nieuwsgierigen onder u, in mijn woordenboek Nederlands-Engels vond ik de volgende vertaling:
pap [pæp] 1. pap; 2. vleesvrucht; 3. tepel.
Even snel Googlen leerde meteen dat die vertaling vrij raak is; de Schotse naam van de Pap, "Sgorr na Ciche", betekent namelijk "Rocky peak of the breast". Dat feitje heb ik helaas pas achteraf ontdekt... Dacht ik dat we een stoere bijna-berg hadden beklommen, blijken het de "Heuveltjes van Erica" geweest te zijn. Grmpf.]





Het vervolg van onze beklimming verliep vrij vlekkeloos. Nu goed, ik had het bij momenten wat moeilijk om genoeg lucht binnen te krijgen, en daarbij kwam nog dat we voortdurend werden voorbijgestoken door groepjes Schotse gepensioneerden die van heuvels beklimmen blijkbaar hun weekend-uitje maakten. Maar ik geraakte zonder hulp omhoog, en slaagde er beter dan verwacht in om overeind te blijven. In tegenstelling tot mezelf was jongen C., die vroeger nog berghuttentochten heeft gemaakt en dus heel wat meer ervaring heeft, zelfs niet buiten adem.

Op een paar tientallen meter van de top besloten we rechtsomkeert te maken; de laatste klim leek ons (lees: mij) iets te lastig. Bovendien begonnen we ons zorgen te maken dat we niet op tijd weer beneden zouden raken. Voor de beklimming, die ons normaal anderhalf uur had mogen kosten, hadden we dankzij mijn slakkentempo al de volle drie uur nodig gehad; dat beloofde dus voor de terugweg.

Toen we tien minuutjes bezig waren met de afdaling, kruisten we een ouder Schots koppel dat op weg was naar boven. We maakten een praatje. Het was best een lastige klim, vond mijnheer, want vorig weekend hadden ze Ben Nevis (de hoogste berg van Schotland) beklommen, en dat was een stuk makkelijker geweest.
Mevrouw knikte energiek. Ja, zei ze, en ze hield haar hart al vast voor de afdaling. Toen zij net halverwege waren, hadden ze namelijk een paar mensen gezien die zich hadden omgedraaid omdat ze de tocht te zwaar vonden, en die hadden best wel last gehad om weer naar beneden te raken. En tja, zij zelf werden ook al een dagje ouder...
Ik grapte nog: "Wacht maar, straks bij de afdaling haalt u ons vast wel weer in!", maar inwendig kreeg ik het al heet en koud tegelijk.

En ja, mijnheer en mevrouw hadden gelijk. Ik ontdekte al gauw waarom omhoog wandelen best wel simpel is: je moet gewoon naar de grond kijken en stappen, en als je dan toch uitglijdt, heb je je handen maar uit te steken en je val wordt gebroken.
Afdalen daarentegen was een heel ander paar mouwen: mijn schoenen (die me al jaren trouw hadden gediend op kampen en vakanties allerhande) hadden niet genoeg grip op de steile paadjes vol gruis, en ik gleed voortdurend uit. Daarbij slaakte ik steeds onwillekeurig een gilletje, hetgeen zowat de meest efficiënte manier bleek om jongen C. op de rand van een zenuwtoeval te brengen.
Bovendien waren mijn handen bij het dalen nutteloos om mijn evenwicht te bewaren, want er waren geen bermen of struiken om me aan vast te klampen. Daarvoor moest ik dus noodgedwongen jongen C.'s rug gebruiken, een strategie die mijn evenwicht wel ten goede kwam, maar onze verstandhouding een stuk minder.


(slot volgt binnenkort.)