under the rose

10 april 2006

Kruid je leven

Nog steeds heb ik geen flauw idee waar het misgelopen is, en wat we anders hadden kunnen doen. Ik herinner me zelfs niet meer helemaal hoe we het in ons wilde enthousiasme hebben aangepakt, of wanneer we precies beseften dat er iets grondig fout zat.
Wat wél nog vlijmscherp in mijn geheugen gegrift staat, is het moment waarop jongen C. en ik mekaar verweesd aankeken - hij met de boor nog naronkend in zijn handen, ik me vruchteloos vastklampend aan de slappe stofzuigerslang - om onze blikken daarna moeizaam naar de keukenmuur te wenden.
In die muur, ongeveer ter hoogte van jongen C.'s met zweet parelende voorhoofd, prijkte een enorm gat.
Combineer dat met de verdwaalde plug, het handjevol te korte vijsjes, en de onderdelen van een kruidenrekje die her en der over het aanrecht verspreid lagen, en u snapt wel hoe de vork aan de steel zit. Jongen C. en ik hadden net onze eerste gezamenlijke ervaring met een boormachine achter de rug, en die was niet zo denderend goed afgelopen.

Die eerste poging werd voorlopig ook de laatste: het kruidenrekje, waarmee ik had gedacht onze keuken tot een waar kleuren- en geurenparadijs te kunnen omtoveren, belandde opnieuw onder de kast waar het al twee weken op ingebruikname had staan wachten, en de boor ging weer in de doos.
Ik was er het hart van in.

Een week heeft het geduurd eer we het een tweede keer durfden te proberen. Maar toen het eindelijk zover was en we onze moed, pluggen en vijsjes weer hadden verzameld, waren we voor honderd procent voorbereid.
Jongen C. had zijn vader geraadpleegd voor professioneel advies, we hadden een strijdplan opgesteld, en "operatie kruidenrekje" werd prompt tot prioriteit van de dag gepromoveerd.
Hoe lang we erover gedaan hebben, weet ik niet. Maar nadat we de positie van de potloodmarkeringen hadden gecheckt en gedubbel- en -tripelcheckt... nadat jongen C. er met vaste hand de boor had op losgelaten... nadat hij met een uiterste krachtinspanning de vijsjes in de muur had gedraaid... nadat ik eindelijk de ophangrail van het rekje mocht loslaten, en achteruit kon stappen om het resultaat te keuren... ja, toen zag ik dat het goed was.
En nadat ik achteraf heel secuur de kruidenpotjes had geschikt op de plankjes, en onze wat grauwe keuken geleidelijk een vrolijke blos had zien krijgen, wist ik het.

Het leven is mooi, als er kleur in huis is.

Én cayennepeper, én indische kruiden.

3 Comments:

Een reactie posten

<< Home